Hoe de kledingindustrie mee aan tafel zat bij de Europese impactmeting voor mode
De Europese duurzaamheidsnorm voor kledij, bedoeld om greenwashing te bestrijden, dreigt zélf beïnvloed te zijn door de industrie … bedrijven betaalden tot €200.000 om mee te beslissen over de regels die hen beoordelen.
We horen het vaak: Europa wil greenwashing aanpakken. Nieuwe regels, strengere labels, meer transparantie. Goed nieuws, toch?
Maar wat als die regels deels door de mode-industrie zelf zijn mee geschreven?
Dat is precies wat er gebeurde bij de ontwikkeling van de Product Environmental Footprint (PEF): de Europese methode die moet bepalen hoe milieuvriendelijk producten, waaronder kleding en schoenen, zijn.
Betalen om mee te beslissen
Voor de kledingsector werd een specifieke handleiding ontwikkeld: de PEF Category Rules (PEFCR).
Het proces duurde vijf jaar en werd geleid door het consultancybedrijf 2BPolicy. Maar: wie mee wilde beslissen over de inhoud, moest betalen.
Merken zoals H&M, Zara (Inditex), C&A, Nike, Decathlon, Lacoste en The North Face (VF Corporation) betaalden tot 200.000 euro om een stemgerechtigde plaats aan tafel te krijgen. Wie dat bedrag niet kon ophoesten, mocht wel luisteren, maar niet mee stemmen.
Een gevaarlijk precedent
Het resultaat: een technisch document dat bepaalt hoe we de milieu-impact van kleding berekenen, maar waarbij vooral grote spelers met de nodige financiële middelen de toon zetten.
Maar … hoe onafhankelijk kan een duurzaamheidsmeting zijn als ze gefinancierd en beïnvloed wordt door de bedrijven die beoordeeld worden?
Van greenwashing tot beleid
De controverse gaat verder.
De consultants die dit proces begeleidden, werkten eerder bij de Sustainable Apparel Coalition (SAC) — een organisatie die in 2022 door de Noorse consumentenautoriteit werd beschuldigd van greenwashing.
Hun meetmethode, de Higg MSI, werd verboden omdat ze de impact van synthetische stoffen, zoals polyester, onderschatte.
Ironisch genoeg vormen diezelfde datasets en berekeningen nu een belangrijke basis voor de Europese PEF-methode. Zo dreigt een systeem dat bedoeld is om greenwashing te bestrijden, zelf een instrument van greenwashing te worden.
De kern van het probleem
De intentie achter de PEF is goed: een wetenschappelijke, vergelijkbare manier om milieu-impact te meten. Maar zolang de industrie zélf de parameters bepaalt, is het risico groot dat het systeem in haar voordeel werkt.
Want wie bepaalt straks wat “duurzaam” is? De Europese Commissie? Of de bedrijven die miljoenen verdienen aan fast fashion?
Tijd voor echte transparantie
De EU kondigde inmiddels aan dat de methode herbekeken zal worden, met meer aandacht voor biodiversiteit en microplastics. Dat is een stap in de juiste richting. Maar échte geloofwaardigheid vraagt meer dan technische aanpassingen.
Het vraagt een onafhankelijk proces, waarin wetenschap, consumenten en kleine spelers een stem krijgen … niet enkel de grootste merken aan tafel. Toch?

